Terug naar Blog
Vertrouwen

Vertrouwen doe je niet part-time

Sep 29, 2025

Vertrouwen hangt niet in de lucht, maar zit in je lichaam. Je hoofd, om precies te zijn. Vertrouwen is geen afweging, geen principe, geen oordeel over de ander. Het is een toestand waar je je in bevindt. Een ritme dat je voelt of mist. In die zin is vertrouwen geen parttime optie. Je ervaart het, of je ervaart het niet.

Wat is vertrouwen?

Vertrouwen is de bereidheid om jezelf kwetsbaar op te stellen in een onzekere situatie, omdat je er vanuit gaat dat de ander je geen schade zal toebrengen. Bij vertrouwen krijgt de ander dus het voordeel van de twijfel. Vertrouwen is een noodzakelijk ingrediënt voor het aangaan van gezonde relaties met anderen, maar ook in de relatie met jezelf.

Je kunt niet een ander vertrouwen als je niet eerst jezelf vertrouwt.

Om vertrouwen te kunnen hebben in anderen, is dus eerst zelfvertrouwen nodig. Wat is er nodig om te vertrouwen en om jezelf te vertrouwen? We gaan in op de drie wetenschappen die we er graag bijhalen. 

De sociale psychologie over vertrouwen

De sociale psychologie ziet vertrouwen als een gevoel waarbij je een een sociaal risico inschat. Je geeft de ander invloed op iets wat voor jou belangrijk is en je hoopt dat die ander daar zorgvuldig mee omgaat. Die bereidheid om jezelf kwetsbaar op te stellen ontstaat niet vanzelf. Vertrouwen komt voort uit een inschatting van drie essentiële eigenschappen van de ander. Is de ander bekwaam genoeg om te doen wat hij of zij belooft? Heeft deze persoon het beste met mij voor en is deze welwillend? Handelt deze persoon naar waarden die betrouwbaar zijn?

Als één van die drie ontbreekt, wordt vertrouwen wankel, of zelfs onmogelijk.

De neurowetenschap over vertrouwen

In het brein draait vertrouwen om beleefde (!) veiligheid. Als het zenuwstelsel gevaar detecteert, wint angst het van verbinding met anderen. Vertrouwen vereist juist een zekere ontspanning in het systeem, zodat er een signaal binnenkomt dat de ander geen bedreiging vormt. Dit proces kan worden belemmerd door een hoog sensitieve amygdala. Als iemand van nature nerveuzer is en het alarmsysteem van het brein afgaat, worden risico’s overschat, sociale signalen verdraaid en sluit het brein zich af. Zelfs subtiele stress kan voldoende zijn om het vertrouwen te verstoren. Daarmee blijkt de ene mens dus van nature meer aanleg te hebben voor vertrouwen dan een ander, omdat de een gevoeliger is voor onveiligheid dan de ander. Wanneer vertrouwen in de hersenen ontstaat wordt oxytocine aangemaakt, wat bijdraagt aan de hechting. 

Vertrouwen is geen beslissing die je af en toe neemt. Het is een fysiologische toestand die voortdurend aan of uit staat. Je zenuwstelsel scant continu of de wereld veilig is en daarop baseert je lichaam of het zich opent of afsluit. In die zin is vertrouwen dus niet iets wat je ‘geeft’ aan een ander, maar iets dat je zelf ervaart.

Toegepaste gedragsanalyse over vertrouwen

In de toegepaste gedragsanalyse wordt vertrouwen niet gezien als gevoel, maar als observeerbaar gedrag dat je kunt analyseren, beïnvloeden en versterken. Iemand die vertrouwt, laat dat zien. Hij stelt een vraag, deelt informatie en laat controle los. Vertrouwen is volgens deze wetenschap geen intentie, maar een patroon van gedrag dat voortkomt uit eerdere ervaringen en wordt bekrachtigd door de omgeving. Als jezelf kwetsbaar opstellen leidt tot positieve gevolgen, dan wordt het herhaald. Wordt het genegeerd of afgestraft, dan dooft het uit.

Vertrouwen gaat over jou, niet over de ander

Bijna al onze gezegden en uitdrukkingen over vertrouwen gaan we ervan uit dat de ander eerst iets moet bewijzen. De wetenschappen laten zien dat vertrouwen iets is dat van binnenuit bij jezelf ontstaat. Daar is geen ander voor nodig. Vertrouwen is een fysiologische staat. Als je jezelf afvraagt of je iemand kunt vertrouwen, dan is er geen sprake van vertrouwen. Een aantal voorbeelden die laten zien hoe gebruikelijk het geworden is om over vertrouwen te praten als een fenomeen dat een ander moet doen voor jou.

  • Vertrouwen komt te voet en gaat te paard, veronderstelt dat vertrouwen iets is wat je krijgt of verliest van een ander, alsof het bezit is. Dat klopt niet. Vertrouwen is een inwendige staat die bij stress weinig kans krijgt.

  • Ik vertrouw je voor geen cent klinkt alsof vertrouwen een rationele keuze is. In de praktijk is vertrouwen echter een lichamelijke reactie op ervaren onveiligheid. Als je iemand volledig wantrouwt zegt dat meer over de persoon die deze opmerking maakt, dan de persoon tegen wie de opmerking gericht is.

  • Vertrouwen is goed, controle is beter. Deze opmerking suggereert part-time vertrouwen en is mogelijk bedacht door mensen die niet goed zijn van vertrouwen. Alsof je soms kunt kiezen om soms te controleren en soms om te vertrouwen. Je hebt vertrouwen of je ervaart onveiligheid. Vertrouwen doe je niet part-time.

  • Blind vertrouwen is een pleonasme, omdat vertrouwen altijd blind is. Zonder aanziens des persoons ervaart jouw lichaam (zelf)vertrouwen. Als je iemand hebt die aangeeft een ander blind te vertrouwen, is het mogelijk dat dit niet gebruikelijk is voor die persoon. Anders zou deze het niet zo stellen. 

  • Hij heeft mijn vertrouwen verloren suggereert dat vertrouwen een tegoed is dat de kan opgebruiken. Als een portemonnee die de ander bij zich draagt. Maar vertrouwen ligt in jezelf. Of je vertrouwt iemand, of je vertrouwt iemand niet. Jouw vertrouwen is geen bezit dat de ander kan verliezen.

Vertrouwen doe je niet part-time, maar fulltime

Vertrouwen is geen onderwerp van discussie; het is een toestand waarin je je bevindt. Vanuit de toegepaste gedragsanalyse geldt dat als iemand in een gesprek woorden kiest die het onderwerp vertrouwen raken, dit blijkbaar iets is waar de ander bij stil staat. “Kan ik hem wel vertrouwen?” of “ik vraag me af of hier geen verborgen agenda speelt”, is taal die laat zien dat vertrouwen voor die persoon niet vanzelfsprekend is. Het feit dát vertrouwen benoemd wordt, laat zien dat het vertrouwen er op dat moment niet is. Je kunt het vergelijken met ademhalen: zolang het vanzelf gaat, heb je er geen woorden voor nodig. Pas als het stokt, komt het op tafel. Vertrouwen werkt net zo. Wie zich in een staat van vertrouwen bevindt, stelt die vraag simpelweg niet. Die leeft er al in. Dus als vertrouwen als onderwerp het gesprek binnenkomt, kun je dat zien als een signaal. Niet over jou, maar over de ander.

Bronnen

  • Porges, S. W. (2022). Polyvagal Theory: A Science of Safety. Frontiers in Behavioral Neuroscience.

  • Barrett, L. F. (2017). How Emotions Are Made: The Secret Life of the Brain. Houghton Mifflin Harcourt.

  • Zak, P. J. (2017). Trust Factor: The Science of Creating High-Performance Companies. AMACOM.

  • Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus and Giroux.

  • Churchland, P. S., & Winkielman, P. (2011). Modulating Social Behavior with Oxytocin. Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences.

  • Harari, Y. N. (2025). The Paradox of Trust. Psychology Today.

 

De Gedragscoach ondersteunt personen en groepen met kennis over gedrag en gedragsverandering. 
Heb jij een situatie op werk of privé waarin we kunnen meedenken? Stuur ons een bericht.
Neem contact op